San Sebastián is een verhaal apart. Het is een prachtige stad en gemeente gelegen in de Spaanse autonome regio Baskenland, in het noorden van Spanje. Een prachtige locatie, waar ze het koken tot een aparte tak van kunst verheven. Een kunst die Karl en ik gaan ontdekken. Dat wordt hard werken, want in San Sebastián rol je over de Michelin sterren restaurants en niet te vergeten de kwaliteit van de Baskische keuken. Geen strakke kleding in mijn koffer deze vakantie, maar wijde blouses.
Van Guggenheim kunst naar Gastronomische kunst
Karl en ik landen met het vliegtuig in Bilbao. Bilbao is een van de vijf steden op de wereld met haar eigen Guggenheimmuseum. Met onze huurauto zijn we binnen een kwartier in Bilbao en parkeren de auto naast het Guggenheimmuseum. Het regent en het is koud in Bilbao, het perfecte weer voor een museumbezoek. Bilbao oogt fris en vernieuwend. Het museum zien we al schitteren zodra we over de brug van de rivier Nervion rijden. Het gebouw is grotendeels bedekt met schubvormige titanium platen die ervoor zorgen dat dit gebouw nog honderd jaar kan schitteren. Een modern gebouw met een enorme beleving. Zowel van binnen en buiten blijft het gebouw je betoveren.
De architect van dit gebouw (Frank Gehry) is een vertegenwoordiger van het deconstructivisme. Zijn moderne bouwstijl brengt ons in verwarring gezien de constructie, ongelooflijk? De verwarring van het gebouw blijft ons verrassen, ook zodra we binnen komen in het hart van het museum. Ontdek de kunst van het gebouw met de kunstwerken van Picasso, Salvador Dali, René Magrittew en Andy Warhol. Wij gaan ondertussen verder naar San Sebastián met zijn Gastronomische kunst. Niet alleen het oog, maar de maag snakt ook naar kunst.
San Sebastián, the place to be
San Sebastián ligt aan een baai van de Golf van Biskaje, niet ver van de Franse grens. Een plekje waar ik nog nooit ben geweest. Des te leuker om deze Spaanse autonome regio Baskenland te ontdekken. Karl praat over de oude stad en over de Basken die al decennia lang onafhankelijk willen worden van Spanje. Gelukkig is er nu wapenstilstand en kunnen wij rustig vakantie vieren. Op zondag zien we de mannelijke locale lopen met hun typische Basken petje. De wind is koud, maar de zon schijnt. San Sebastián ligt aan zee en heeft prachtige stranden voor zonaanbidders en surfers.
Er is een ‘upcoming’ gedeelte met nieuwe gebouwen en er is ’the old town’. De eerste dag trek ik mijn sneakers aan om San Sebastián te gaan ontdekken. Karl en ik zijn enthousiast over San Sebastián, compact en uitgestrekt tegelijk. Helemaal ons plekje! Er valt een rust over ons heen, want we hebben nog drie dagen te gaan. Dat wordt heerlijk genieten van San Sebastián en zijn Baskische keuken.
Pinchos, de kleine Spaans bite
Overdag is het heerlijk toeven op de prachtige terrasjes. Er valt altijd wat te zien en er zijn overal terrasjes. Een heerlijke beleving die ik ook van andere vakanties ken. Tegen de avond is het ‘Pincho time’, typisch Spaans. De Pinchos liggen op de bar in de kleinere restaurants. Het zijn kleine kunstwerken op een stokje, een lust voor het oog. Via mijn Instagram volgers krijg ik tips naar welke bar ik absoluut moet gaan. Het is een komen en gaan in de kleine Spaanse barretjes.
Hiervoor zijn geen verkleedpartijtjes nodig, maar kan ik zo met mijn sneakers lekker gaan eten. Geen fancy tafeltjes, geen stijve obers en hoge prijzen, maar juist genieten van deze kleine luxe bites. De Basken serveren je geen rommel; over elke bite is nagedacht. Karl en ik gaan ook voor Pinchos. Karl gaat voor meer Pinchos dan ik, ook dat kan. Dit zijn Michelin-waardige bites, overheerlijk. San Sebastián is magisch!
De innige relatie van San Sebastián en Michelin
Elke avond eten Karl en ik op Michelin waardig niveau, inclusief de pincho bites. Ik ben blij met mijn blouses, want ik voel mijn buik al groeien. Dat wordt lijnen en sporten zodra ik thuis ben. Karl heeft twee drie Michelinsterren restaurants uitgekozen voor deze vakanties. Dit eetgrage stadje kent negen restaurants die minimaal een ster hebben. Bijna nergens ter wereld vind je zo veel sterren per vierkante kilometer als in San Sebastián. Ik ben nog nooit naar een drie sterren restaurant geweest. Ik vind het zo spannend en wil daarom ook sterrenwaardig gekleed gaan. Restaurant Arzak is ons eerste drie sterren restaurant wat wij bezoeken. Hier runnen vader en dochter Arzak het restaurant. Papa heeft hier het kunstje goed voorgedaan bij dochterlief. Bij binnenkomst voel je al de spanning van het restaurant, alles moet op rolletjes lopen. Het personeel is zo geconcentreerd, wat eigenlijk jammer is. Wij wachten rustig af en laten ons de hele avond betoveren van een acht gangen diner. Schrik niet, want de gangen zijn maar klein en wel zo puur. Het eten is hier ook een lust voor het oog. Het hoogtepunt van de avond; een tussengerecht krijg ik geserveerd op een iPad met de golvende zee. Mijn visgerecht ligt als het ware in de zee, geweldig. Dochter Arzak komt ons nog begroeten en vertelt enthousiast over haar uitdagingen.
Restaurant Akelare is ons tweede drie sterren restaurant en ligt in de bergen. Daar hoort natuurlijk weer een andere sterwaardige oufit bij, toch? Bij binnenkomst is er meteen zeezicht in de hal, adembenemend. Het restaurant ligt in de bergen wat het uitzicht nog meer ten goede komt.
Het personeel is ook hier geconcentreerd, maar aangenamer. We worden weer betoverd door de kookkunst. Deze Gastronomische held kan naast een potje koken ook makkelijk door voor wetenschapper, wat hij met moleculair koken bereikt is buitenaards. Pedro Subijana is dan ook een van de beste koks ter wereld. Het dessert is deze keer het hoogtepunt van alle lekkers. Het oogt als een kapot gevallen yoghurt potje en het smaakt ongelooflijk lekker. Alsof het potje net uit de ijskast komt en daarna gevallen is. Een temperatuur moment van eten, een beleving wat ik nog nooit van te voren gekend heb.
Tja, wat ga ik nu nog koken als ik thuis kom?!
Ik ga voor wortelen stamppot, daar heb ik nu al zin.
Oost west, thuis best! Toch?
San Sebastián, een stad om van te houden.
San Sebastián, wij komen terug!
